Voertuigverlichting: Wat je moet weten over E-merken
De verlichting van voertuigen, zoals auto's, motoren, scooters, bussen, vrachtwagens en tractors, moet voldoen aan strenge regelgeving. Dit betekent dat alle lampen aan de buitenkant van een voertuig voorzien moeten zijn van een E-merk. Dit merk bestaat uit de letter "E" gevolgd door een nummer, en het garandeert dat de verlichting voldoet aan de wettelijke eisen voor gebruik op de openbare weg.
Waarom is het E-merk belangrijk?
Het E-merk heeft meerdere doelen. Het waarborgt de veiligheid van weggebruikers door ervoor te zorgen dat de verlichting voldoet aan technische normen. Verlichting zonder E-merk kan namelijk storingen veroorzaken, zoals te fel licht of kortsluiting. Daarnaast draagt het E-merk bij aan eerlijke concurrentie, aangezien alle fabrikanten zich aan dezelfde technische vereisten moeten houden.
Hoe herken je een E-merk?
Het E-merk is zichtbaar op de metalen rand van de lamp. Het bestaat uit een afgeplatte cirkel met de letter "E", gevolgd door een nummer dat aangeeft in welk land het product is goedgekeurd. Voor Nederland is dit bijvoorbeeld "E4". Veel lampen dragen naast het E-merk ook een R-vermelding, die aangeeft waarop het E-merk specifiek betrekking heeft.
Verantwoordelijkheid van de fabrikant
De fabrikant van de verlichting is verantwoordelijk voor het aanbrengen van het E-merk en het aangeven van het gebruiksdoel. Het E-merk mag alleen worden gebruikt wanneer de lamp is goedgekeurd door een erkende instantie, zoals de RDW in Nederland. De RDW test de lampen op diverse criteria, zoals lichtintensiteit, waterdichtheid, levensduur, en kortsluiting.
Verkoop van voertuigverlichting
De verkoop van voertuigverlichting voor op de openbare weg mag alleen plaatsvinden als de lamp voorzien is van het E-merk en de fabrikant de lamp specifiek voor dat doel heeft geproduceerd. De fabrikant mag alleen het E-merk vermelden als de lamp goedgekeurd is. Het is tevens de taak van de fabrikant om het gebruiksdoel van het product aan te geven.
Jouw verantwoordelijkheid als automobilist
Als automobilist ben jij verantwoordelijk voor het gebruik van de juiste verlichting in je voertuig. In de gebruikershandleiding van je voertuig staat welke verlichting je nodig hebt. Vaak zijn koplampunits zo ontworpen dat alleen de juiste lamp past. Alle verlichting aan de buitenkant van je voertuig moet voorzien zijn van een E-merk. Als je verkeerd verlichte lampen hebt, kun je een boete krijgen bij een controle.
Halogeen-, LED- en Xenonverlichting
Xenonlampen met een E-merk – dus goedgekeurde lampen – hebben een voet die ingebouwd is in een koplampunit die bedoeld is voor xenonverlichting. De R-vermelding hiervoor is R99.
LED-verlichting heeft ook een specifieke koplampunit. Deze koplampunits en de bijbehorende lampen moeten voorzien zijn van een E-merk. Hierbij is R128 van toepassing.
Halogeenverlichting met een H-voet moet voorzien zijn van een E-merk en een R37-vermelding. Let op: 10R of R10 heeft niets te maken met de lamp en is geen juiste goedkeuring voor het doel waarvoor de lamp is ontworpen.
LED-verlichting met een H-voet of ‘ombouwsets’ van Xenonlampen mogen niet voorzien zijn van een E-merk. Je mag deze producten dus niet gebruiken op de openbare weg.
Uitzondering op de regel
In sommige gevallen hoeft verlichting geen E-merk te hebben. Als de fabrikant op de verpakking heeft aangegeven dat de verlichting bedoeld is voor een specifieke (professionele) doelgroep of voor voertuigen die vallen onder artikel 4.2 lid 2 van de Regeling Voertuigen, mag de verlichting zonder E-merk verkocht worden. Dit geldt bijvoorbeeld voor gebruik in de racerij. Het gebruik op de openbare weg is in dit geval niet toegestaan. Het is aan de fabrikant om het gebruiksdoel duidelijk te vermelden.
Bij de betreffende artikelen staat in de specificaties aangegeven of ze voorzien zijn van een E-merk.
Let op: bij de aankoop en het gebruik van onze aangeboden lampen draag jij het volledige risico. Het gebruik van de verlichting op privéterrein of afgesloten circuits is vaak geen probleem.
